Blog: Een mooie dag
Kwart over vijf ’s ochtends is het als ik mezelf het bed uit sleur. Ondanks het vroege uur voel ik me goed. Ik heb er zin in vandaag, want ik mag met leuke collega´s werken en het wordt lekker weer. Iets voor half zeven stap ik het politiebureau binnen en schuif aan tafel. De nachtdienst heeft het rustig gehad. De pot met vers gezette koffie komt mijn kant op. Even rustig wakker worden.
Oh ja, de mannen van de nachtdienst hadden nog wel een dingetje. Er is een carjacking geweest, rond twee uur ‘s nachts, waarbij een vuurwapen is gebruikt. Voor de zekerheid noemt mijn collega het kenteken van de auto. Het betreft een blauwe Ford zegt hij, een Focus. Lacherig voegt hij eraan toe dat het wel heel bijzonder zou zijn als dat voertuig onze kant op zou komen. We zijn het met hem eens dat die kans wel klein is. Toch zie ik iedereen van de ochtendploeg het kenteken van de Ford in zijn boekje noteren.
Dan komt er een bericht van de meldkamer: ‘Op de Groene Kruisweg krijgen wij een ANPR-hit van een gestolen voertuig, het betreft een blauwe Ford Focus, voorzien van kenteken…’.
We springen meteen overeind. Dus toch. Die gaan we pakken, denk ik nog. Met twee politieauto’s rijden we naar het opgegeven adres. Voordat we wegrijden, besluiten mijn maat en ik om onze zware kogelwerende vesten maar meteen aan te trekken. Er was toch een vuurwapen gebruikt bij die carjacking.
Met enige spoed haasten wij ons naar de Groene Kruisweg. Wij gaan rechtsaf en ik zie de collega’s in de andere politieauto rechtdoor rijden. Mijn collega en ik vragen ons af waar zij naartoe gaan, het zal wel. Opeens zie ik dat de Ford Focus komt aangereden. Shit, dat is snel. Ik geef mijn porto aan mijn collega en concentreer me op het voertuig. Ik heb de indruk dat de bestuurder van de Ford mij heeft gezien. Niet gek natuurlijk, aangezien we in een politiebus rijden. Hij versnelt en wij gaan erachter aan.
Ik bespreek met mijn collega dat zij de straten doorgeeft, terwijl ik de Ford blijf volgen. Opeens komt links een herkenbare auto aanrijden; het is de wijkagent. Toch fijn als je ervaren collega’s hebt die de wijk goed kennen. De wijkagent blokkeert de weg met zijn auto en stapt uit.
De Ford komt aangereden, vlucht de stoep op en passeert de wijkagent die met getrokken pistool klaarstaat. Ik blijf de Ford volgen en zie dat de bestuurder zijn linker voor -en achterband lek gereden heeft. ‘Mooi, dan is de snelheid eruit’, denk ik. ‘Rustig blijven volgen tot we een veilige plek vinden waar we de bestuurder tot stoppen kunnen dwingen.’ Ik zie dat hij nu moeite heeft om de auto onder controle te houden. Hij slingert over de weg en raakt daarbij een aantal geparkeerd staande auto’s.
Hij rijdt een doodlopende straat in. ‘Oké, het gaat zo gebeuren’, denk ik, ‘hij rijdt zich vast klem en dan pakken we hem.’ De straat eindigt in een smal voetpad met rechts daarvan een schuurtje. Dat gaat niet passen… toch wel. Nu rijden we op een voetpad van een meter breed met gras aan de linkerkant en rechts bomen. Dat wordt dus het grasveld. Dit is een goede plek om de bestuurder van de Ford tot stoppen te dwingen, maar in het gras heb ik te weinig grip.
Aan het einde van dit grasveld zit ik vlak achter op de Ford en kan ik hem een tikkie geven, in de hoop dat de auto om zijn as draait… jammer. De Ford begint nu wel te roken. Zwarte wolken komen uit de auto. De bestuurder staakt zijn vlucht en met een uitpraatprocedure en getrokken wapens kunnen we de verdachte aanhouden. Hij wordt geboeid en bij ons achter in de bus gezet. Daar staan we dan met zijn vijven, om kwart voor zeven. Wat een goed gevoel, ik ben meteen wakker. De adrenaline giert door mijn lichaam. We kijken elkaar aan en geven elkaar een high five. Lekker gewerkt boys en girls. In de Ford ligt, op de grond bij de bestuurderstoel, een tasje met daarin het vuurwapen. Er wordt een takel geregeld en weet ik wat allemaal wat nog meer. Ik bespreek een veel belangrijker onderwerp met mijn maat, waar is mijn zonnebril? Want het wordt een mooie dag. Foto: Pixabay.com
30 augustus 2019 – Johan Krohne