Blog: Dronken

Gepubliceerd door Angelo Hessel op

De zondagochtenddienst op het politiebureau is meestal niet heel spannend. Het meeste uitgaanspubliek, de stappers van de nacht ervoor, zijn al naar huis en de dagjesmensen, de shoppers, komen pas in de middag. Soms moeten we op zondagochtend nog ergens in een hoekje een gesneuvelde stapper oprapen, maar meestal strompelen ze zelf naar huis of worden ze door vrienden in een taxi gehesen.

Ook deze ochtenddienst begint rustig. Dan roept de meldkamer ons op. We horen aan de stem van de centralist dat het een ernstige melding is. “Er ligt een man in de ******straat. Hij vertoont geen teken van leven. De melder durft niet naar de man toe te gaan. Misschien moet hij gereanimeerd worden.” Met verhoogde hartslag rijden we snel naar de door de meldkamer genoemde locatie.
Ter plaatse zien we inderdaad een man op de grond liggen. We pakken de AED en rennen naar de man toe. Al snel blijkt dat hij nog leeft. Hij ligt luid snurkend naast een half leeggegeten bak shoarma. Het lijkt alsof de andere helft van het portie deels op zijn kleding en deels op zijn gezicht zit geplakt.
Ik geef de man een pijnprikkel om te kijken of hij nog ergens op reageert. Direct gaan de ogen van de man open en kijkt ons een beetje verbaasd aan. “Waarom staan jullie in mijn slaapkamer?” vraagt hij. Al snel heeft hij door dat hij niet in bed maar op straat ligt. “Ach, laat me. Ik ben bijna thuis. Ik was gewoon moe en wilde een tukkie doen. Ik ga zo weg.” We vragen de man waar hij woont en hij wijst naar een portiek nog geen tien meter verder.

“Okay, okay, ik ga wel naar huis”, zucht de man en gaat op zijn wiebelige benen staan. Met behulp van een hekje, een regenpijp en een fiets bereikt hij het portiek en met enige moeite lukt het hem om de sleutel in het slot te steken. Wat hem echter niet lukt, is om de sleutel om te draaien.

Ik vraag de man of hij zeker weet dat dit het goede adres is. De man kijkt even om zich heen, van links naar rechts en zegt: “Ah, ik snap het al! Ik sta aan de verkeerde kant van de straat!” Zonder te kijken steekt hij de straat over, wordt bijna geschept door een auto en poogt scheldend het tweede portiek te openen. Wederom zonder succes, waarna hij in huilen uitbarst.
Hij is dusdanig dronken dat we hem niet aan zijn lot kunnen overlaten. We besluiten om hem aan te houden voor openbare dronkenschap, zodat hij zijn roes op het bureau kan uitslapen. Op het moment dat we hem willen meenemen, horen we een vrouwenstem die roept: “Hé! Ben je daar eindelijk?” We zien een stuk verderop in de straat een vrouw in badjas op het balkon staan. “Zie je wel!” zegt de man. “Ik zei toch dat ik hier woonde. Iedereen vergist zich wel eens een paar portieken.”
Hij grijnst en het ziet er allemaal wat komisch uit met de opgedroogde brokken shoarma op zijn voorhoofd. Hij verdwijnt snel het in portiek en waggelt naar boven. Welterusten beste man. Volgende keer lekker aan de appelsap!

22 januari 2019 – George Vos

Categorieën: Groot Nieuws